Persbericht: Veenweideboeren aan de slag met bodemdaling en weidevogels
De bodem in het veenweidegebied daalt als gevolg van de afbraak van veen, met onomkeerbare gevolgen voor het gebied. Het Agrarische Natuur Collectief Noordwest Overijssel voert daarom de GLB Pilot ‘Vooruit boeren op water en veen’ uit. In de pilot gaat het Collectief samen met boeren aan de slag om maatregelen te ontwikkelen die bodemdaling tegengaan en het leefgebied van weidevogels tegelijkertijd verbeteren. Hierbij is het van belang dat deze maatregelen passen binnen de bedrijfsvoering van de agrariërs.
Ontwikkelen van vernattingsmaatregelen
De pilot wordt uitgevoerd in 2022 en 2023 in de drie veenweidegebieden van Noordwest Overijssel: Mastenbroek-Kamperveen, Staphorsterveld en de landbouwpolders rond de Wieden-Weerribben. Per gebied worden tijdens diverse bijeenkomsten samen met boeren en deskundigen kansrijke vernattingsmaatregelen tegen bodemdaling en voor weidevogels uitgedacht. Dit kan bijvoorbeeld betekenen dat bestaande maatregelen binnen het agrarisch natuurbeheer, zoals hoogwaterpeil en (greppel)plasdras voor weidevogels, verlengd worden gedurende de zomerperiode. Maar ook andere vernattingsmaatregelen zijn mogelijk. De exacte invulling van maatregelen, de bijbehorende voorwaarden en reële vergoedingen worden samen met de deelnemende boeren uitgewerkt.
Maatregelen testen en effecten onderzoeken
In alle drie deelgebieden worden de uitgedachte maatregelen in 2022 en 2023 getest. Het is niet alleen van belang dat de maatregelen bijdragen aan het tegengaan van bodemdaling en het verbeteren van het leefgebied van weidevogels, maar ook dat de maatregelen passen binnen de bedrijfsvoering. Er worden dan ook verschillende onderzoeken uitgevoerd naar onder andere de praktische inpasbaarheid in de bedrijfsvoering en de effecten op het gewas en de opbrengst als gevolg van deze maatregelen. Ook vinden er onderzoeken plaats naar de draagkracht van de percelen en de reikwijdte van de vernattingsmaatregelen. Omdat leverbot een risico vormt, wordt ook hier onderzoek naar gedaan. Tot slot wordt gedurende het broedseizoen in beeld gebracht wat de effecten van maatregelen zijn op de voedselbeschikbaarheid voor en het gebruik van de maatregelen door weidevogels.
Het Collectief en de deelnemende boeren doen in de pilot samen kennis en praktijkervaring op over maatregelen tegen bodemdaling en voor een betere leefomgeving van weidevogels, met een belangrijke focus op de praktische en financiële inpasbaarheid in de bedrijfsvoering. De pilot geeft boeren de kans om mee te denken over oplossingen die bijdragen aan vooruit boeren in het veenweidegebied.
Bodemdaling in het veenweidegebied
Door ontwatering van het veenweidegebied in Noordwest Overijssel komt er zuurstof bij het veen. Dit heeft tot gevolg dat het veen afbreekt, waardoor de bodem daalt. Daarnaast heeft het veen te maken met onder andere inklinking en krimp als gevolg van ontwatering en uitdroging, wat ook zorgt voor bodemdaling. De bodemdaling heeft gevolgen voor de waterhuishouding, natuur, landbouw, infrastructuur, bebouwing en de uitstoot van CO2. Uiteindelijk resulteert bodemdaling in hogere kosten voor waterbeheer, steeds verder gaande ontwatering en toenemende hoogteverschillen tussen bijvoorbeeld natuur- en landbouwgebieden. Doorgaan op de huidige voet heeft onomkeerbare gevolgen en brengt risico’s mee voor het duurzaam toekomstperspectief van veel agrariërs in deze gebieden.
Tegen bodemdaling en voor weidevogels
Het vernatten van het veenweidegebied kan de afbraak van veen tegengaan, waardoor ook de bodemdaling afneemt. Voor weidevogels is vernatting van het gebied in veel gevallen ook gunstig: de bodem wordt zachter, waardoor de bodem beter doordringbaar is voor de vogelsnavels. Daarnaast zitten regenwormen, het belangrijkste voedsel van volwassen weidevogels, in een natte bodem meer aan het oppervlak, wat ze beter bereikbaar maakt voor weidevogels. Water trekt bovendien insecten aan, het basisvoedsel voor weidevogelkuikens, wat er voor zorgt dat vernatting van het opgroeigebied ook voor kuikens een geschikte maatregel is. Het tegengaan van bodemdaling en het verbeteren van het leefgebied van weidevogels gaan in deze pilot hand in hand.