Resultaten weidevogelseizoen 2022
Ieder weidevogeljaar is het weer spannend: hoe gaat het met de broedende weidevogels? Worden er veel kuikens groot? Dit jaar wilde het Collectief, mede ter voorbereiding op het nieuwe ANLb, meer gegevens over het broedsucces. In verschillende gebieden zijn daarom BTS-tellingen uitgevoerd en in andere gebieden Quickscans. We kunnen hier niet alle resultaten benoemen, maar willen graag een aantal zaken eruit lichten.
Bij een BTS-telling (Bruto Territoriaal Succes) vinden twee rondes plaats: de eerste ronde onderzoekt het aantal broedparen/ territoria (eind april, begin mei), de tweede ronde het aantal gezinnen met jongen (eind mei). De tellingen geven daarmee een beeld van het aantal uitgekomen nesten, dus het broedsucces. Hoeveel jongen uiteindelijk daadwerkelijk vliegvlug worden, wordt in deze telling niet duidelijk. BTS-tellingen zijn vooral geschikt voor grutto’s, tureluurs en wulpen. Van de overige weidevogelsoorten zijn tijdens de BTS-tellingen uitsluitend territoria vastgelegd. Ook in de Quickscans zijn eind april, begin mei territoria van weidevogels vastgelegd.
Gemiddeld genomen kan geconcludeerd worden dat de grutto en de tureluur een goed broedseizoen hebben gehad: in veel gebieden was het broedsucces (ruim) voldoende om in ieder geval de populatie in stand te houden. Voor de wulp waren de resultaten minder rooskleurig, deze soort heeft in verschillende gebieden een laag broedsucces gehad. In een aantal gebieden net voldoende om de populatie in stand te houden, maar in andere gebieden ook echt onvoldoende. Gelukkig waren er ook gebieden waar de wulpen wel met succes hebben gebroed.
In een aantal gevallen waren er meer gezinnen aanwezig dan territoria van broedende vogels. Dat kan twee dingen betekenen: er zijn territoria gemist, wat bijvoorbeeld bij de goed verstopte tureluur kan gebeuren, of gezinnen van buiten het telgebied zijn met hun jongen naar het telgebied getrokken. Dit was naar alle waarschijnlijkheid het geval bij een aantal plasdrassen: gezinnen trokken daar naar toe. De vogels zijn, zoals verwacht, sowieso vaak rond plasdrassen aangetroffen. Het belang van water kwam dan ook bij deze tellingen weer naar voren.
In nagenoeg alle gebieden waren de hoogste aantallen territoria voor de kievit (sommige gebieden >100 territoria), maar ook de graspieper was in veel gebieden goed vertegenwoordigd. Verder zijn territoria van scholekster, slobeend, zomertaling, wintertaling, veldleeuwerik, gele kwikstaart en watersnip waargenomen.
Geconcludeerd kan worden dat er een mooie variatie aan soorten broedt in de verschillende gebieden en dat we in de meeste gebieden kunnen terugkijken op een goed weidevogelseizoen. Resultaten die zijn behaald door het beheer van de boeren en de enorme inzet van de vrijwilligers en jagers. Wij danken jullie dan ook allemaal voor jullie belangrijke bijdrage!